dinsdag 9 juni 2020

WAAR HET GRAS NOG WIT IS


Denk, Danny! Denk! Je bent in het nauw gedreven. Opgejaagd wild! Dit zijn de momenten waarop je moet laten zien uit welk hout je gesneden bent. Berkenhout uiteraard, maar ik weet zelf wat ik bedoel. Denk! Brood uit de diepvries halen? Idioot! Dat is bevroren, man. Je moet dat ’s avonds of zo beginnen te ontdooien en er zit trouwens alleen maar volkorenbrood in de diepvries en dat vreten, buiten Brent, de kinderen niet, oetlul! Oetlul? Dr. Oetker? Is het te vroeg voor diepvriespizza? Voor mij alleszins niet. Nee, joh, dat gaat ze nooit goedkeuren. Denk, godverdomme!

Twee minuten geleden heeft mijn vrouw vastgesteld dat het brood op is. Het is tien over zeven in de ochtend en ik heb ab-so-luut geen zin om naar de bakker te gaan. Het heeft gevroren. Voor de eerste keer sinds heel erg lang en als dingen heel erg lang geleden zijn, dan ontwikkel ik er een angst voor. Bovendien heb ik enorm slecht geslapen en bibber ik als een Parkinson-patiënt die met blote voeten in een emmer ijswater staat. Ik zou beter wat minder lachen met andermans aandoeningen en wat bij aandoen. Dicht die diepvries. Geen optie. IJskast! Yoghurt! We eten allemaal yoghurt in plaats van brood. Nee, dat gaat die hongerige wolven niet doen stoppen met huilen. No way.

En net op een dag als vandaag zijn er geen fucking afbakbroodjes in huis te vinden. Dat moet jaren geleden zijn. Om van te rotten is het. Om instant melaats te worden! Ik zal willens nillens naar de bakker moeten in deze Siberische omstandigheden. De warme bakker dan nog. Hoe sarcastisch kan het in hemelsnaam worden? Bijtende spot in de bijtende koude. Onafwendbaar en inevitabel tegelijk gaat het zijn. Onvermijdelijk en onontkoombaar. Zo dadelijk sta ik buiten in de gure wind het ijs van de autoruiten te krabben. Ik wil wenen. Auw, wat zullen mijn handen pijnlijk verkleumen en later paars verkleuren en gevoelloos worden. Het gaat tot vanmiddag duren voor ze weer enigszins opgewarmd zullen zijn. Maar wat hebben we hier? Achter al die potten yoghurt en puddinkjes? Yes! Voorverpakte pannenkoeken en poffertjes! Zijn ze nog goed? Zijn ze echt nog goed? Minstens houdbaar tot ... Ja! Nog tot overmorgen! There is a God! I believe! I believe! Vreugdesprongetjes.

Als een halve gek duw ik de deur open, ren de keuken in en roep op mijn enthousiastst (stststst, ik hou van dat woord): ‘Wie ... lust ... er ... pannenkoeken of poffertjes?! Ik dans en zwaai met de lekkernijen als een cheerleader met pompons. In geen tijd gaat het publiek helemaal door het lint. Er wordt gesmuld en gesmikkeld en als iedereen bijna verzadigd is, schieten er nog drie pannenkoeken en een paar poffertjes over. ‘Nog net genoeg als afsluitertje voor onze vier kinderen!’ roep ik geestdriftig. ‘Ik wil nog een pannenkoek!’ schreeuwen Wout en Brent gelijktijdig. ‘Ik ook!’ gilt Larissa meteen. Yalinka is de jongste. Ze kijkt iedereen even heel kort afzonderlijk aan en zegt dan, heel beredeneerd: ‘Ok, dan zal ik mij wel op-pofferen!’ Terwijl ze dat laatste woord traagjes uitspreekt, maakt ze met wijs- en middelvingers van haar kleine handjes het aanhalingstekensgebaar. Ze lacht, knipoogt naar mama, gooit de laatste poffertjes op haar bord en begint er lustig poedersuiker op te strooien.

Mama Sabrina kijkt naar mij. Haar ogen fonkelen. Dit is wederzijdse trots in zijn puurste vorm. Onze dochter van amper zeven heeft zonet een prima woordspeling gefabriceerd. ‘Alsof ze van mezelf zou zijn,’ zeg ik op de manier waarop een obese West-Vlaamse keukenbouwer dat zou zeggen, doelend op de woordspeling en misschien ook wel een beetje op de dochter, al twijfel ik daar niet aan. ‘De opvolging is verzekerd!’ juich ik extreem blij en ik wrijf Yalinka triomfantelijk op haar rugje. Ik kijk naar Sabrina. Haar fierheid is verdwenen, als sneeuw voor de zon. Ze heeft haar hand op haar voorhoofd, schudt van nee en kijkt mismoedig in de richting van de tuin, waar het gras nog wit is.

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

DE VISSER

Helemaal alleen Turend in het water Niemand om hem heen Hij is niet zo’n prater Onopvallend Leeft hij zijn leven Wat zou hij g...